Wetten

U bent hier

Inhoudsopgave

Wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder
Wet houdende diverse bepalingen 28 december 2011 - Vergoeding conversie
Wet op de ongewilde buitenbezitstelling van de titels aan toonder

Dit deel bevat, naast andere teksten, de volledige Wet houdende afschaffing van de effecten aan toonder. Men kan deze per hoofdstuk raadplegen (klik door in het overzicht of navigeer met het menu bovenaan). Het hoofdstuk is zo opgevat dat steeds de eigenlijke tekst wordt weergegeven in het zwart met in het blauw de uitleg door de Dmat Task Force.

 

Wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder

Hoofdstuk I : Algemene bepalingen

Art. 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2 : Definities
Aangepast door art. 85 van de reparatiewet

Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder:
1° « effecten »:
- de aandelen, winstbewijzen, obligaties, warrants en certificaten uitgegeven door vennootschappen naar Belgisch recht overeenkomstig het Wetboek van vennootschappen;


Ten eerste vallen alle vennootschapseffecten, als vermeld door artikel 460 van het Wetboek van vennootschappen,onder de werkingssfeer van de wet. Dit betreft per definitie enkel effecten uitgegeven door Belgische vennootschappen. Ook dergelijke effecten, die in het buitenland worden uitgegeven door Belgische vennootschappen, worden gedekt

* Artikel 460 Wetboek van Vennootschappen: In een naamloze vennootschap kunnen er aandelen, winstbewijzen, obligaties en warrants bestaan.

- de effecten van schulden van de openbare sector als opgesomd in artikel 1 van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;


De wet is van toepassing op alle schuldeffecten die worden uitgegeven door Belgische publiekrechtelijke emittenten.

De staatsschuld, de schuld van Gemeenschappen, Gewesten, provincies, gemeenten, andere openbare lichamen, openbare instellingen, instellingen van openbaar nut en van de Nationale Bank van België alsook van andere personen die de Koning voor de toepassing van deze wet gelijkstelt met bovenvermelde personen van de openbare sector, is belichaamd in:
1° op naam gestelde inschrijvingen op een grootboek van de schuld van de emittent;
2° gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt;
3° individuele of verzameleffecten aan toonder, voor zover zij uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of beheerst worden door een buitenlands recht.

Het uitgiftebesluit of de leningsovereenkomst bepaalt de vorm of vormen van de effecten waarin de schuld is belichaamd. Indien het uitgiftebesluit of de leningsovereenkomst inzonderheid de vorm voorziet van gedematerialiseerde effecten, mogen de effecten van de lening slechts in die vorm op rekening geboekt worden en overgeschreven worden van rekening naar rekening.»

- alle andere effecten uitgegeven door een emittent die onder Belgisch recht ressorteert, en die een financiële schuldvordering op die emittent of op een derde belichamen, inclusief de effecten ter vertegenwoordiging van onverdeelde rechten in een instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht in contractuele vorm.


De derde categorie van de door het ontwerp van wet beschouwde effecten vormt een restcategorie: alle andere effecten, die door een Belgische emittent worden uitgegeven, en die een financiële schuldvordering op de emittent belichamen. Deze categorie is bijzonder ruim en geldt onder meer voor kasbons, thesaurie- en depositobewijzen, vastgoedcertificaten, aandelen in gemeenschappelijke beleggingsfondsen en bepaalde rechten van deelneming.
Het begrip ‘instelling voor collectieve belegging’ slaat op de instellingen voor collectieve belegging waarvan sprake is in de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Ten slotte bevestigt de definitie dat de effecten uit de resterende categorie tevens een financiële schuldvordering op een derde en niet alleen op de emittent kunnen belichamen.

Met uitsluiting van:
Voor de toepassing van deze wet wordt niet als een effect beschouwd :
- handelseffecten;
- obligaties aan toonder die uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of die beheerst worden door een buitenlands recht, tenzij voor de toepassing van artikel 4;
- effecten als bedoeld in 1°, eerste lid, derde streepje, wanneer zij uitsluitend in het buitenland zijn uitgegeven of beheerst worden door een buitenlands recht, tenzij voor de toepassing van artikel 4;
- obligaties aan toonder die de vorm aannemen van een verzameleffecten die, met het oog op de immobilisering ervan, aan eenvereffeningsinstelling worden aangeboden, tenzij voor de toepassing van artikel 4.


Het ontwerp van wet is niet van toepassing op handelseffecten, zijnde wisselbrieven, orderbriefjes, warrants, cheques, en dergelijke meer. Het ontwerp van wet is evenmin van toepassing op obligaties en de restcategorie van effecten, die door Belgische vennootschappen uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven, of beheerst worden door een buitenlands recht, tenzij voor de toepassing van artikel 4. Onder de term «uitsluitend in het buitenland uitgegeven » wordt verstaan dat de uitgifte op de primaire markt volledig in het buitenland wordt geplaatst.

2° « emittent »: de persoon of de instelling voor collectieve belegging zonder rechtspersoonlijkheid die de effecten heeft uitgegeven.


De wet definieert tevens het concept van «emittent», zijnde de hoofdschuldenaar van de in het effect belichaamde rechtenbundel. Borgen of garantiestellers worden dus niet als emittenten beschouwd. Anderzijds kunnen meerdere co-emittenten bestaan voor eenzelfde effect.

De notie "emittent" slaat op de instellingen voor collectieve belegging zonder rechtspersoonlijkheid.
Het is de bedoeling dat de bepaling geldt voor de gemeenschappelijke beleggingsfondsen naar Belgisch recht, maar ook voor enigerlei vehikel voor collectieve belegging dat geen rechtspersoon is, ongeacht of het onder Belgisch dan wel onder buitenlands recht ressorteert. Die ruime definitie is nodig met het oog op de toepassing van artikel 4 van de Wet (verbod op levering van effecten in België) op effecten uitgegeven door dergelijke zowel buitenlandse als Belgische instellingen.

Er werd geopteerd voor de bewoording "zonder rechtspersoonlijkheid" in plaats van een verwijzing naar de contractuele vorm van de instelling voor collectieve belegging, opdat de definitie ook zou slaan op bepaalde instellingen naar buitenlands recht in de vorm van een trust, waarvan het contractuele aspect kan worden betwist.

3° « gereglementeerde markt »: elke gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.


Artikel 2, 3 wet 2/08/2002: “gereglementeerde markt”: elke Belgische of buitenlandse geregelmenteerde markt

4° « het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 »: het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, gecoördineerd op 27 januari 2004.

Zie KB nr. 62

5° « erkende rekeninghouder »:
- de erkende rekeninghouders zoals bedoeld in artikel 468 e.v. van het Wetboek van vennootschappen;
- de aangesloten leden zoals bedoeld in het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62;
- de instellingen die rekeningen bijhouden bedoeld in de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium.

 

[top]

Hoofdstuk II : Bepalingen houdende afschaffing van de effecten aan toonder

Art. 3. : 1 januari 2008
Geen uitgiften meer van effecten aan toonder

§ 1. Principe

Vanaf 1 januari 2008, kunnen effecten door de emittent enkel nog uitgegeven worden in de vorm van effecten op naam of gedematerialiseerde effecten.

§ 2. Specifieke beschikkingen

Het effect, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, derde streepje, [alle andere effecten, uitgegeven door een persoon die onder Belgisch recht ressorteert, en die een financiële schuldvordering op de emittent belichamen] dat op basis van § 1 in gedematerialiseerde vorm wordt uitgegeven, wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij de emittent, een vereffeningsinstelling of bij een aangesloten lid, in de zin van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62.


Deze herhaling is nuttig. Ze is immers van belang voor de derde categorie van de door het ontwerp van wet beschouwde effecten (zie art. 2, 1°, eerste lid, derde streepje), die, althans wat hun vorm betreft, niet onder een bijzondere wetgeving vallen (met uitzondering van thesaurie- en depositobewijzen). Het ontwerp van wet creëert dus een nieuwe categorie van gedematerialiseerde effecten en stelt er het juridisch kader van vast.


Het tweede lid definieert wat moet begrepen worden onder een gedematerialiseerd effect in de zin van deze wet. Het betreft een effect dat belichaamd is door een inschrijving op rekening op naam van de eigenaar of de houder ervan, zonder mogelijkheid van materiële aflevering.

Emittenten naar Belgisch recht die effecten aan toonder als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, derde streepje, hebben uitstaan, dienen tot en met 31 december 2007, hetzij met één van de vereffeningsinstellingen gedefinieerd in artikel 1, 1°, van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62, hetzij met één van de aangesloten leden zoals bedoeld in dit koninklijk besluit de nodige regelingen te treffen voor de aanhouding van de totale omloop van de uitgifte van dergelijke effecten, tenzij de emittent deze effecten zelf in bewaring neemt. Emittenten naar Belgisch recht die vanaf 1 januari 2008 soortgelijke effecten in gedematerialiseerde vorm willen uitgeven dienen voorafgaandelijk aan de uitgifte dezelfde schikkingen te treffen.


De overige leden leggen in dat opzicht enige verplichtingen op aan de emittenten van dergelijke effecten, teneinde de kwaliteit en de soliditeit ervan te garanderen. Zo dient de totale omloop van een uitgifte geconcentreerd te zijn in de boeken van een vereffeningsinstelling of van een aangesloten lid, tenzij de emittent de effecten zelf in bewaring neemt. Deze laatste uitzondering heeft geen «vergunnend» doel, maar dekt enkel de hypothese van een instelling die krachtens een andere regelgeving reeds vergund is, of wie het toegelaten is effecten in bewaring te nemen.

De betrokken emittent publiceert zo snel als mogelijk een kennisgeving die de door hem voor elke uitgifte van effecten aangewezen vereffeningsinstelling of aangesloten lid vermeldt. Die kennisgeving moet gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad, in twee persorganen met nationale verspreiding, waarvan één in het Nederlands en één in het Frans, en desgevallend op de webstek van de emittent. Indien de emittent een vennootschap is, moet de kennisgeving gedeponeerd worden bij de griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft.


Anders dan de Raad van State suggereert, dekt artikel 3 van het ontwerp niet de hypothese van een uitgifte door een buitenlandse emittent van effecten beheerst door Belgisch recht. Dergelijke effecten vallen echter wel onder het afleveringsverbod van artikel 4.

Art. 4. : 1 januari 2008
Geen fysieke leveringen meer van effecten in België

Vanaf 1 januari 2008 mogen effecten aan toonder, als bedoeld in artikel 2, die zijn ingeschreven op een effectenrekening, alsmede effecten aan toonder, uitgegeven in het buitenland, beheerst door een buitenlands recht, of uitgegeven door een buitenlandse emittent, in België niet feitelijk afgeleverd worden.


De Raad van State heeft terecht gewezen op de grensoverschrijdende elementen van het verbod op aflevering. De door de wet verboden aflevering kan geschieden door Belgische instellingen, in België gevestigde buitenlandse instellingen en door buitenlandse instellingen die in ons land actief zijn via het vrij verkeer van diensten. Het verbod op feitelijke aflevering geldt meer bepaald voor drie types van effecten.


Ten eerste betreft het effecten aan toonder, als bepaald door artikel 2 van het ontwerp, die op 1 januari 2008 op een effectenrekening zijn ingeschreven.
Dit geldt ten tweede ook voor effecten aan toonder die uitsluitend uitgegeven zijn in het buitenland of beheerst worden door een buitenlands recht. Een voorbeeld van deze categorie is een kasbon uitgegeven door een buitenlands bijkantoor van een Belgische bank. Een dergelijke kasbon mag nog in toondervorm worden uitgegeven: zie artikel 2, 1°, tweede lid, derde streepje, jo. artikel 3, eerste lid van het ontwerp. Toch verbiedt artikel 4, eerste lid, van het ontwerp dat een dergelijk effect in België feitelijk afgeleverd wordt.
Ten slotte mogen ook effecten aan toonder, uitgegeven door een buitenlandse emittent, niet in België feitelijk worden afgeleverd. De laatste twee categorieën van «effecten aan toonder» wijken dus enigszins af van de definitie van «effecten» uit artikel 2, en dit specifiek met het oog op een algemeen afgifteverbod.

Uitzondering :

Deze bepaling is niet van toepassing op de levering van een individueel of verzameleffect aan een vereffeningsinstelling, een bewaarnemer of een andere instelling teneinde de immobilisering ervan te bewerkstelligen.


Het tweede lid voorziet in een specifieke uitzondering op het afgifteverbod inzake individuele en verzameleffecten. De feitelijke aflevering in België van dergelijke effecten met het oog op uitgifte en immobilisering moet immers ongehinderd kunnen plaatsvinden. Het concept van «bewaarnemer» verwijst naar financiële instellingen die doorgaans effecten in bewaring nemen, zoals kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen.

Art. 5. : 1 januari 2008
Van rechtswege omgezet
Aangepast door art. 86 van de reparatiewet

De volgende effecten aan toonder die op een effectenrekening zijn ingeschreven, worden op 1 januari 2008 van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten:

1° effecten aan toonder, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, tweede en derde streepje;
[effecten van schulden van de openbare sector en alle andere effecten, uitgegeven door een persoon die onder Belgisch recht ressorteert, en die een financiële schuldvordering op de emittent belichamen].

2° de effecten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, eerste streepje, die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
1° effecten aan toonder, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, tweede en derde streepje;. 2° de effecten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, eerste streepje, die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

3° indien niet ernaar wordt verwezen in 1° en 2° hierboven, de effecten aan toonder van een instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht.


Het onderscheid tussen beursgenoteerde en niet beursgenoteerde effecten is tenslotte niet relevant voor de effecten van de instellingen voor collectieve belegging, die dus alle onderworpen zijn aan de omzetting van rechtswege geregeld in artikel 5 van de Wet. Het gaat hierbij ook om de obligaties die de instellingen voor collectieve belegging in de toekomst zouden kunnen uitgeven.

Dezelfde effecten worden, naarmate zij vanaf 1 januari 2008 op een effectenrekening worden ingeschreven, eveneens automatisch gedematerialiseerd.

Er moet worden onderstreept dat er in de praktijk niets zal veranderen voor de houders van effecten aan toonder die op 31 december 2007 op rekening staan. De verrichtingen met deze effecten zullen verder op dezelfde wijze gebeuren, door middel van verrichtingen op hun rekening.

Geen enkele kost kan rechtstreeks of onrechtstreeks ten laste van de rekeninghouder worden gelegd voor de omzetting van rechtswege.


Het ontwerp beslist eveneens dat er geen kosten ten laste van de houders van deze effecten mogen worden gelegd wegens de omzetting. Een dergelijke maatregel laat toe dat men een stimulans geeft aan degenen die geanticipeerd hebben op de omzettingsoperatie, door hun effecten aan toonder op rekening te laten inschrijven. De tekst van dit artikel vermeldt niet uitdrukkelijk wie de omzettingskosten draagt, maar de ratio legis en ook artikel 11 leggen deze bij de emittent.

Art. 6. : 1 januari 2008
Bijzondere beschikkingen voor de genoteerde vennootschappen

Aangepast door art. 87 van de reparatiewet

De vennootschappen naar Belgisch recht waarvan de effecten vermeld in artikel 2, eerste lid, 1°, eerste streepje, tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten, alsmede de instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht wijzigen hun statuten of, in voorkomend geval, hun beheersreglement, vóór 31 december 2007 teneinde die statuten of dat reglement in overeenstemming te brengen met deze wet.

De aldus gewijzigde statuten dienen in het bijzonder te bepalen dat de effecten in de zin van artikel 2, eerste lid, 1°, eerste streepje, die tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten, die aan toonder zijn, reeds zijn uitgegeven en op een effectenrekening zijn ingeschreven, in gedematerialiseerde vorm bestaan. Wanneer de emittent een instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht is, dienen de aldus gewijzigde statuten of het aldus gewijzigde beheersreglement te bepalen dat alle reeds uitgegeven effecten die aan toonder zijn en op een effectenrekening zijn ingeschreven, in gedematerialiseerde vorm bestaan.

www.notaris.be

Bovendien dienen de betrokken vennootschappen en instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht vóór 31 december 2007 samen met een vereffeningsinstelling of, in voorkomend geval, een erkende rekeninghouder in geval van toepassing van artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen, de nodige regelingen te treffen teneinde het bepaalde in artikel 468, vierde lid, respectievelijk artikel 475ter, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen na te leven.

www.euroclear.com

De betrokken vennootschap of instelling voor collectieve belegging naar Belgisch recht publiceert zo snel als mogelijk een kennisgeving met vermelding van de vereffeningsinstelling(en) of, in voorkomend geval, de erkende rekeninghouder(s) in geval van toepassing van artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen, die ze voor elke categorie van effecten heeft aangewezen, tenzij, wat de keuze van de vereffeningsinstellingen betreft, voor een bepaalde categorie van effecten slechts één vereffeningsinstelling door de Koning is aangewezen.

Die kennisgeving moet in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd, in twee persorganen met nationale verspreiding, waarvan één in het Nederlands en één in het Frans, en, in voorkomend geval, op de webstek van de vennootschap of instelling voor collectieve belegging. De kennisgeving moet worden gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap de instelling voor collectieve belegging haar maatschappelijke zetel heeft.

www.ejustice.just.fgov.be/mopdf/2006/02/03_1.pdf


De andere vennootschappen zullen, indien zij op een bepaald moment gedematerialiseerde effecten in omloop willen brengen, uiteraard eveneens hun statuten moeten aanpassen. Dit vloeit voor uit artikel 453 van het Wetboek van vennootschappen en uit de artikelen 7 en 8 van dit ontwerp. Artikel 6 van het ontwerp beschouwt niet de publiekrechtelijke emittenten, wier effecten eveneens automatisch zullen omgezet worden. De publieke overheden zullen echter overeenkomstig artikel 13 § 3 ook het nodige moeten doen om het rechtskader van de door hen uitgegeven effecten aan te passen aan het bestaan van gedematerialiseerde effecten.


Het wetsontwerp voorziet publiciteitsmaatregelen opdat derden geïnformeerd zouden zijn over de identiteit van de door de vennootschap voor elke categorie van effecten gekozen vereffeningsinstelling(en)/erkende rekeninghouder. Deze maatregelen bestaan uit de publicatie van een kennisgeving die de aangewezen vereffeningsinstelling(en)/erkende rekeninghouder vermeldt. Deze kennisgeving wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, in twee kranten (één Nederlandstalige, één Franstalige) en op de webstek van de vennootschap. De kennisgeving dient tevens bij de griffie van de handelsrechtbank gedeponeerd te worden.

Art. 7. : 31 december 2013
effecten aan toonder die niet zijn omgezet en uitgegeven voor 14 december 2005

Aangepast door art. 88 van de reparatiewet

§ 1. De effecten aan toonder die niet overeenkomstig artikel 5 zijn omgezet, moeten uiterlijk op 31 december 2013 worden omgezet in effecten op naam of in gedematerialiseerde effecten, binnen de beperkingen van de statutaire bepalingen en binnen de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de uitgifte.


De omzetting gebeurt naar nominatieve of gedematerialiseerde vorm naar keuze van de rechthebbende van de effecten, maar binnen de beperkingen van het geldende kader (de statuten voor vennootschappen, een publiekrechtelijk kader voor publiekrechtelijk emittenten). Het concept van «rechthebbenden» verwijst naar diegenen die de effecten aan toonder feitelijk in bezit hebben en bevoegd zijn om de omzettingshandelingen te stellen. Het wijzigt echter niets aan artikel 2279 BW, dat de emittenten en tussenpersonen toelaat om zich te goeder trouw te beroepen op het bezit van diegenen die zich met de effecten aandienen

§ 2. De omzetting in effecten op naam wordt aangevraagd bij de emittent. De aanvraag is slechts ontvankelijk wanneer de effecten waarvan de omzetting wordt gevraagd, aan de emittent worden overhandigd. De omzetting geschiedt door inschrijving van de effecten in de registers voorgeschreven bij of krachtens de wet. De inschrijving in de registers geschiedt binnen vijf werkdagen vanaf de aanvraag.


De omzetting naar de vorm op naam zal aangevraagd worden bij de emittent van deze effecten. Die houdt immers het register bij van de effecten op naam waarop de inschrijving zal gebeuren. De aanvraag moet vergezeld zijn van de «materiële» effecten waarvan men de omzetting vraagt, met name om het mogelijk te maken ze later te vernietigen.

§ 3. Onverminderd artikel 6 passen de vennootschappen naar Belgisch recht die gedematerialiseerde effecten wensen uit te geven, hun statuten aan. De aldusgewijzigde statuten dienen in het bijzonder een omzettingsdatum te vermelden vanaf wanneer de reeds uitgegeven effecten in de zin van artikel 2, eerste lid, 1°,eerste streepje, die aan toonder zijn en op een effectenrekening zijn ingeschreven, in gedematerialiseerde vorm bestaan.

Onverminderd artikel 5 geschiedt de omzetting in gedematerialiseerde effecten automatisch door inschrijving van de effecten op een effectenrekening ten gevolge van hun neerlegging door hun rechthebbende bij een erkende rekeninghouder of de aangeduide vereffeningsinstelling, vanaf de in de statuten vermelde omzettingsdatum.


Teneinde de moeilijkheden verbonden aan de aanvraag door de houder te voorkomen, is gekozen voor een verruiming van het principe van omzetting in geval van inschrijving op rekening zoals toegepast in artikel 5, op voorwaarde (i) dat de statuten worden gewijzigd en (ii) dat samen met een vereffeningsinstelling of een erkende rekeninghouder de nodige regelingen zijn getroffen (cumulatieve voorwaarden).
De bekendmaking wordt geregeld zoals in artikel 6.
Overeenkomstig het advies van de Raad van State wordt verduidelijkt in het nieuwe artikel 7, §2 dat de omzetting van effecten aan toonder in gedematerialiseerde effecten, die voortaan automatisch gebeurt door inschrijving op een effectenrekening en niet meer op verzoek van hun rechthebbende, plaats vindt ten gevolge van de neerlegging door de rechthebbende van de effecten bij een erkende rekeninghouder of bij de aangeduide vereffeningsinstelling.

Bovendien dienen de betrokken vennootschappen, vóór de in de statuten vermelde omzettingsdatum, samen met een vereffeningsinstelling of een erkende rekeninghouder de nodige regelingen te treffen teneinde het bepaalde in artikel 468, vierde lid, respectievelijk artikel 475ter, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen na te leven.

De betrokken vennootschap publiceert zo snel als mogelijk een kennisgeving met vermelding van de omzettingsdatum en van de vereffenings-instelling(en) of de erkende rekeninghouder(s) in geval van toepassing van artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen, die ze voor elke categorie van effecten heeft aangewezen, tenzij, wat de keuze van de vereffeningsinstellingen betreft, voor een bepaalde categorie van effecten slechts één vereffeningsinstelling door de Koning is aangewezen. Die kennisgeving moet in het Belgisch Staatsblad worden gepubliceerd en, in voorkomend geval, op de webstek van de vennootschap. De kennisgeving moet worden gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank van koophandel van het rechtsgebied waar de vennootschap haar maatschappelijke zetel heeft. Als de omzettingsdatum niet in die kennisgeving of in de statuten staat vermeld, zal die datum gelijk zijn aan die waarop de kennisgeving in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd.

De erkende rekeninghouder dient de effecten aan toonder die hij ontvangt, zo snel als mogelijk na de ontvangst te deponeren bij de bevoegde vereffeningsinstelling, tenzij voor de gevallen als bedoeld in artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen en artikel 17 van het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62.

De erkende rekeninghouder moet de effecten aan toonder die hij ontvangt met toepassing van artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen, zo snel als mogelijk na de ontvangst overhandigen aan de emittent teneinde de inschrijving overeenkomstig artikel 475ter, tweede lid, van het Wetboek van vennootschappen te volbrengen.


Artikel 475ter

«Behalve voor effecten die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, gelden de bepalingen van deze Afdeling tevens voor effecten ingeschreven op een rekening bij een erkende rekeninghouder die door die rekeninghouder niet worden bijgehouden bij een vereffeningsinstelling of bij een onderneming die ten opzichte van die instelling als tussenpersoon optreedt.”.

De rekeninghouder schrijft de op elk ogenblik in omloop zijnde gedematerialiseerde effecten, per uitgifte van effecten, in op zijn naam in het register van de effecten op naam.

De gehele omloop van een uitgifte van gedematerialiseerde effecten van een emittent kan slechts op naam van één rekeninghouder in het register van de effecten op naam worden ingeschreven.

De boeking op rekening van effecten vestigt in dat geval een onlichamelijk recht van mede-eigendom op de universaliteit van effecten van dezelfde uitgifte die op naam van de rekeninghouder zijn ingeschreven in het register van effecten op naam.

De vereffeninginstelling dient de effecten aan toonder, die zij ontvangt, zo snel als mogelijk na de ontvangst te overhandigen aan de emittent teneinde de inschrijving overeenkomstig artikel 468, vierde lid, van het Wetboek van vennootschappen te volbrengen.

Art. 8. : 31 december 2013
effecten aan toonder die niet zijn omgezet en
uitgegeven tussen 14 december 2005 en 1 januari 2008
Aangepast door art. 89 van de reparatiewet

De Koning kan een instelling aanwijzen die, volgens de nadere regels die hij vaststelt, zal belast worden met het bijhouden van een gegevensbank die de relevante informatie over de emittenten herneemt in het kader van de toepassing van deze wet, in het bijzonder van haar artikelen 6 en 7.


Het lijkt belangrijk dat alle actoren van de dematerialisatie toegang kunnen hebben tot de relevante informatie over de emittenten in het kader van de dematerialisatie van hun effecten. Deze informatie betreft met name de aanpassingen aan de statuten en de aanstelling van een vereffeningsinstelling, zoals geregeld in de artikelen 6 en 7 van de Wet.

Indien de Koning het nuttig acht, zal hij een instelling kunnen aanwijzen die zal belast worden met het bijhouden van een gecentraliseerde gegevensbank hieromtrent. Hij zal tevens de modaliteiten van de overdracht van de informatie aan een dergelijke gegevensbank kunnen regelen, evenals haar werking.

Art. 9.
Effecten aan toonder die niet zijn omgezet en uitgegeven tussen
14 december 2005 en 1 januari 2008 (vervolg)
Aangepast door art. 90 van de reparatiewet

Na het verstrijken van de in artikel 7 vermelde termijn worden de effecten aan toonder die niet overeenkomstig artikel 5 of artikel 7, § 2 of 3, zijn omgezet, van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde effecten en door de emittent op zijn naam ingeschreven op een effectenrekening. Als de statuten van de emittent echter niet voorzien in de uitgifte van gedematerialiseerde effecten of als de emittent samen met een vereffeningsinstelling of een erkende rekeninghouder, wanneer artikel 475ter van het Wetboek van vennootschappen wordt toegepast, niet de nodige regelingen heeft getroffen, worden de effecten aan toonder waarvoor geen omzetting in gedematerialiseerde effecten heeft plaatsgehad, van rechtswege omgezet in effecten op naam.


Deze regel heeft tot doel te voorkomen dat er oneindig veel effecten aan toonder blijven bestaan waarvan men de eigenaars niet kent en waarvoor er vragen dreigen te rijzen inzake het juridisch stelsel dat ze zullen hebben na de noodzakelijke aanpassing van de toepasselijke wetgevingen, die bedoeld is om het verdwijnen van deze vorm van effecten weer te geven.

Voor zover het mogelijk is dat emittenten van wie de effecten zijn betrokken hun statuten niet aanpassen noch de nodige regelingen samen met een vereffeningsinstelling nemen, voorziet de bepaling de omzetting van rechtswege van effecten aan toonder in effecten op naam wanneer vóór de uiterste datum niet het nodige is gedaan voor de omzetting in gedematerialiseerde effecten, en geen uitdrukkelijke beslissing in dat opzicht op te leggen.

Tot de rechthebbende zich bekend maakt en een inschrijving van de effecten op zijn naam verkrijgt, worden de omgezette effecten ingeschreven op naam van de emittent van de effecten. De effecten waartegen verzet is aangetekend worden op naam van de emittent ingeschreven in het register op naam, onder een aparte rubriek, tot het verzet is uitgedoofd. Deze inschrijving is geen daad van beschikking als bedoeld in artikel 16 van de wet van 24 juli 1921 op de ongewilde buitenbezitstelling van de titels aan toonder.De kosten voor de opening en het houden van de rekening worden gedragen door de emittent.

De inschrijving van de effecten op naam van de emittent overeenkomstig dit artikel, verleent de emittent niet de hoedanigheid van eigenaar.

De inbeslagneming, sekwestratie of blokkering van een op naam van de emittent geopende effectenrekening of van een inschrijving op naam van de emittent overeenkomstig dit artikel, is niet toegelaten.

Art. 10.
Opschorting van rechten gehecht aan effecten aan toonder die niet werden omgezet

De uitoefening van elk recht, belichaamd in een effect aan toonder, wiens omzetting niet aangevraagd is overeenkomstig de bepalingen van deze wet, wordt opgeschort totdat een persoon, die rechtmatig zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, aanvraagt en verkrijgt dat zijn effecten worden ingeschreven op zijn naam in het register van effecten op naam of op een effectenrekening gehouden door de emittent, een erkend rekeninghouder of een vereffeningsinstelling, ook na neerlegging van de niet-verkochte effecten bij de Kas overeenkomstig artikel 11, § 4, van deze wet.

Art. 11. : 1 januari 2015
Gedwongen verkoop van effecten


Het is immers belangrijk dat de emittenten niet gedwongen worden om oneindig lang te werken met effecten waarvan de eigenaar onbekend blijft, in het bijzonder indien het gaat over de effecten die recht geven op een deelname aan de werking van de emittent van deze effecten.

Het is overigens in principe absoluut niet voorzien om de eventuele rechthebbende van zijn eigendom te beroven: de bedragen die afkomstig zijn van de verkoop zullen neergelegd worden bij de Deposito- en Consignatiekas, in afwachting dat die eigenaar zich bekend maakt.

§ 1. Gereglementeerde markt:

§ 1. Vanaf 1 januari 2015 worden de effecten die tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten en waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt op de dag van de verkoop, door de emittent verkocht op een gereglementeerde markt. Deze verkoop heeft plaats mits voorafgaande bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en op de website van de marktonderneming die de gereglementeerde markt exploiteert van waarop de effecten verkocht zullen worden, van een bericht dat de tekst van deze paragraaf bevat en waarin aan de rechthebbende wordt gevraagd zijn rechten op de effecten op te eisen. De verkoop kan pas geschieden na het verstrijken van de termijn van een maand na de bekendmaking van het bericht, en wordt gestart binnen de drie daaropvolgende maanden.

De emittent kan op de opbrengst van de verkoop de kosten in mindering brengen die hij heeft moeten maken voor het houden en voor het beheer van de effecten die op zijn naam zijn ingeschreven op een effectenrekening met toepassing van artikel 9 en voor de omzetting van rechtswege van de door hem uitgegeven effecten.

De emittent kan de te koop aangeboden effecten kopen. Wat betreft de aandelen, winstbewijzen of certificaten die er betrekking op hebben, voldoet hij aan de voorwaarden van artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, met uitzondering van de in artikel 620, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van vennootschappen bedoelde voorwaarde, waarvan kan worden afgeweken voor de toepassing van dit lid. Indien de voorwaarden van artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen niet vervuld zijn, kan de terugkoop enkel worden uitgevoerd door de emittent met het oog op de onmiddellijke vernieling van de teruggekochte effecten. In dit laatste geval voldoet de emittent aan de voorwaarden van artikel 621 van het Wetboek van vennootschappen.

De bedragen afkomstig van de verkoop, na aftrek van de in het derde lid bedoelde kosten, worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt. De Deposito- en Consignatiekas is slechts verantwoordelijk voor de teruggave van deze bedragen voor zover ze die in uitvoering van dit lid vanwege de emittent heeft ontvangen. De interesten op deze bedragen komen toe aan de Deposito- en Consignatiekas zodra zij bij haar zijn gestort.

De Koning kan de nadere regels vastleggen voor de in deze paragraaf bedoelde verkoop, storting en teruggave.

§ 2. Niet genoteerde effecten

Vanaf 1 januari 2015 worden de effecten die niet tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten en waarvan de rechthebbende zich niet heeft bekendgemaakt op de dag van de verkoop, in openbare verkoop verkocht door de emittent.

Deze verkoop heeft plaats mits voorafgaande bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en op de website van een marktonderneming die de markt van de openbare veiling exploiteert waarop de effecten verkocht zullen worden, van een bericht dat de tekst van deze paragraaf bevat en waarin aan de rechthebbende wordt gevraagd zijn rechten op het effect op te eisen. De verkoop kan slechts geschieden na het verstrijken van de termijn van een maand na de bekendmaking van het bericht, en wordt gestart binnen de 3 daaropvolgende maanden.

De emittent kan op de opbrengst van de verkoop de kosten in mindering brengen die hij heeft moeten maken voor het houden en voor het beheer van de effecten die op zijn naam zijn ingeschreven op een effectenrekening met toepassing van artikel 9 en voor de omzetting van rechtswege van de door hem uitgegeven effecten.

De emittent kan de te koop aangeboden effecten kopen. Wat betreft de aandelen, winstbewijzen of certificaten die er betrekking op hebben, voldoet hij aan de voorwaarden van artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, met uitzondering van de in artikel 620, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde voorwaarde van het Wetboek van vennootschappen, waarvan kan worden afgeweken voor de toepassing van dit lid. Indien de voorwaarden van artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen niet vervuld zijn, kan de terugkoop enkel worden uitgevoerd door de emittent met het oog op de onmiddellijke vernieling van de teruggekochte effecten. In dit laatste geval voldoet de emittent aan de voorwaarden van artikel 621 van het Wetboek van vennootschappen.

De bedragen afkomstig van de verkoop, na aftrek van de in het derde lid bedoelde kosten, worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt. De Deposito- en Consignatiekas is slechts verantwoordelijk voor de teruggave van deze bedragen voor zover ze die in uitvoering van dit lid vanwege de emittent heeft ontvangen. De interesten op deze bedragen komen toe aan de Deposito- en Consignatiekas zodra zij bij haar zijn gestort.

De Koning kan de nadere regels vastleggen voor de in deze paragraaf bedoelde verkoop, storting en teruggave.

§ 3. Sanctie wanneer de belegger te laat de teruggave aanvraagt

De persoon die de teruggave vraagt van de bedragen afkomstig van de in §§ 1 en 2 bedoelde verkoop, of van de effecten gedeponeerd en ingeschreven op naam van de Deposito- en Consignatiekas overeenkomstig § 4, levert aan de Deposito- en Consignatiekas de effecten onder hun papieren vorm.

Enkel het schriftelijk bewijs wordt toegelaten voor het aantonen van vroegere operaties van effecten.

Elk ander bewijsmiddel van hoedanigheid van rechthebbende, wordt overgelaten aan de appreciatie van de emittent, die als enige de verantwoordelijkheid voor de beslissing tot eventuele teruggave op zich neemt.

De Koning bepaalt de modaliteiten van de communicatie tussen de emittent en de Kas.

De persoon die een teruggave vraagt is een boete verschuldigd, die berekend wordt per jaar achterstand vanaf 1 januari 2016.
Het bedrag van deze boete is, per jaar achterstand, gelijk aan 10 % van het bedrag of van de tegenwaarde van de effecten die het voorwerp zijn van de vraag om teruggave.

Elk begonnen jaar wordt beschouwd als een volledig jaar voor het berekenen van het bedrag van de boete.

De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de wijze van berekening van de tegenwaarde van de effecten gestort overeenkomstig § 4, het bedrag van de kosten op te leggen aan de houder die de eis indient, alsmede de wijze waarop de boete bedoeld in dit lid wordt geïnd.


Er is derhalve voorzien in een administratieve boete ten laste van de personen die in overtreding zijn; ze wordt ontvangen op het moment van de vraag om teruggave van de opbrengst van de verkoop van de effecten en berekend vanaf 31 december 2015.

De regering deelt niet de mening van de Raad van State over het disproportionele karakter van de sanctie. Bovendien is hier geen sprake van ongelijke behandeling, aangezien de eigenaars wel degelijk in overtreding van de wet, en ondanks de zeer lange overgangstermijnen, hun effecten laattijdig aangeboden hebben.

§ 4. Deponering van niet-verkochte effecten

De effecten die op 30 november 2015 niet verkocht zijn overeenkomstig dit artikel, worden door de emittent in de vorm van effecten op naam neergelegd bij de Deposito- en Consignatiekas, totdat een persoon die op geldige wijze zijn hoedanigheid van rechthebbende heeft kunnen aantonen, de teruggave ervan vraagt.

De Koning kan de nadere regels voor deze neerlegging vastleggen.

De Deposito- en Consignatiekas is slechts verantwoordelijk voor de teruggave van deze effecten voor zover deze in uitvoering van deze paragraaf door de emittent bij haar zijn neergelegd, overeenkomstig de voorziene modaliteiten. Dit geldt eveneens voor de bedragen afkomstig van de verkoper bepaald in artikel 11, §§ 1 en 2, of bestemd tot teruggave van de vervallen titels en die overgaan via een rekening op naam van de uitgever.

§5. Bevestiging door de boekhouder/accountant/bedrijfsrevisor

De emittent laat bevestigen door de commissaris, of, bij ontstentenis, door een externe erkende boekhouder, een accountant of een bedrijfsrevisor, dat de bepalingen van dit artikel werden nageleefd.
Deze bevestiging wordt aan het bestuursorgaan van de emittent gericht, die haar langs elektronische weg aan de Deposito- en Consignatiekas bezorgt. Deze wordt eveneens specifiek vermeld in de bijlagen bij de jaarrekening van 2015.

Deze paragraaf is niet van toepassing op de Staat.

De verjaringstermijn van het recht op teruggave van vervallen titels wordt op dezelfde wijze geschorst

Art. 12. : Procedure van teruggave door de Deposito- en Consignatiekas

§ 1. Bij het innen van deze boete deelt de Deposito- en Consignatiekas aan de publieke overheden de gegevens mee waarover ze beschikt, met betrekking tot de eigenaar die de teruggave heeft gevraagd van de bedragen die volgen uit de verkoop bedoeld in artikel 11.

§ 2. Bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepaalt de Koning de publieke overheden bedoeld in § 1 volgens en legt Hij de nadere regels vast volgens welke de mededeling bij de publieke overheden moet gebeuren.

Art. 12/1. : Overdraging aan de Staat

§ 1. Op 1 januari 2026 worden de bedragen afkomstig van de verkoop, als bedoeld in artikel 11, §§ 1 en 2, die bij de Deposito- en Consignatiekas zijn gestort en waarvoor geen teruggave werd gevraagd, aan de Staat toegekend.

§ 2. De effecten die krachtens artikel 11, § 4 zijn ingeschreven bij de Deposito- en Consignatiekas en waarvoor er op 31 december 2025 geen teruggave werd gevraagd door de rechthebbende, kunnen worden teruggekocht door de emittent. Wat betreft de aandelen, winstbewijzen of certificaten die er betrekking op hebben, voldoet hij aan de voorwaarden van artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen, met uitzondering van de voorwaarde bedoeld in artikel 620, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van vennootschappen, waarvan kan worden afgeweken voor de toepassing van dit artikel. Indien de voorwaarden van artikel 620 van het Wetboek van vennootschappen niet vervuld zijn, kan de terugkoop enkel worden uitgevoerd door de emittent met het oog op de onmiddellijke vernieling van de teruggekochte effecten.
In dit laatste geval voldoet de emittent aan de voorwaarden van artikel 621 van het Wetboek van vennootschappen.

Wanneer de emittent uiterlijk op 31 december 2025 aan de Depositoen Consignatiekas schriftelijk te kennen geeft dat hij van plan is de effecten terug te kopen, vraagt de Staat de emittent om binnen een termijn van 15 dagen na de datum van verzending van deze uitnodiging, tegen een door de Koning vastgestelde minimumprijs een bod uit te brengen.

Indien het terugkoopbod voldoet aan de voorwaarden van dit artikel, wordt het door de Staat aanvaard binnen een termijn van 15 dagen na de datum van ontvangst van het bod.

De opbrengst van de verkoop van de effecten aan de emittent wordt aan de Staat toegekend. Indien de emittent de effecten niet terugkoopt, worden ze aan de Staat toegekend.
De schorsing van de uitoefening van de aan de effecten verbonden rechten, waarin voorzien is in artikel 10, eindigt zodra de eigendom van de effecten wordt overgedragen aan de Staat of aan de emittent.

De emittent zorgt voor de overdracht aan de Staat van de eigendom van de effecten die aan de Staat zijn toegekend via een inschrijving op naam van de Staat in het register van de effecten op naam van de emittent.

§ 3. Zodra de Staat eigenaar wordt van de effecten, kan hij ze verkopen, hetzij op een gereglementeerde of niet-gereglementeerde markt, hetzij uit de hand, onder voorbehoud van de naleving van de statutaire of contractuele bepalingen die de vrije overdraagbaarheid van de effecten beperken.

Art. 13.

§ 1. De Koning kan de wetten die bepalingen bevatten inzake de effecten aan toonder volledig of gedeeltelijk wijzigen en/of opheffen teneinde de overeenstemming ervan met deze wet te bewerkstelligen.

§ 2. Met betrekking tot de schuld van de Federale Staat, is de Koning gemachtigd om :

1° wijzigingen aan te brengen in de wetten en overeenkomsten van Belgisch recht die leningsovereenkomsten vormen die volledig of gedeeltelijk worden vertegenwoordigd door effecten aan toonder, teneinde de dematerialisering van deze leningen mogelijk te maken, uiterlijk op 31 december 2012 of 31 december 2013, naargelang van het geval;

2° te voorzien in uitzonderingen op het bepaalde in artikel 3, § 1, ingeval :
a) de bijzondere voorwaarden inzake de uitgifte van de lening ertoe leiden dat de opheffing van de effecten aan toonder die de lening belichamen, technisch onmogelijk is; of

b) de leningen uitsluitend zijn uitgegeven in het buitenland of onder een stelsel van buitenlands recht.

§ 3. De andere publiekrechtelijke emittenten nemen in voorkomend geval alle maatregelen die nodig zijn om zich te gedragen naar de wet.

Art. 14. : Geldboete

De overtreding van de artikelen 3, 4, 6 en 11 en de door de Koning in uitvoering van artikel 11 vastgestelde modaliteiten van de storting van de bedragen afkomstig van de verkoop van effecten en de neerlegging van de onverkochte effecten bij de Deposito- en Consignatiekas wordt bestraft met een geldboete van 200 tot 100.000 euro.

De voorschriften van het eerste boek van het Strafwetboek, hoofdstuk VII en artikel 85 niet uitgezonderd, zijn van toepassing op de misdrijven die door dit artikel worden gestraft.

[top]

Hoofdstuk III : Wijzigingen van het Wetboek van Vennootschappen

Art. 15.

Artikel 453, eerste lid, 5°, van het Wetboek van Vennootschappen wordt vervangen als volgt:
« 5° de vorm van de effecten als bedoeld in artikel 460, alsmede de bepalingen inzake omwisseling voor zover zij verschillen van die waarin de wet voorziet;».


Artikel 453 > inwerkingtreding 23/12/2005

Naast de gegevens opgenomen in het uittreksel bestemd voor bekendmaking overeenkomstig artikel 69, worden in de vennootschapsakte de volgende gegevens vermeld :

1° de naleving van de wettelijke voorwaarden met betrekking tot de plaatsing en de storting van het kapitaal;

2° de regeling, voor zover deze niet uit de wet voortvloeit, van het aantal en de wijze van benoeming van de leden van de organen die belast zijn met het bestuur en, in voorkomend geval, het dagelijks bestuur, de vertegenwoordiging tegenover derden en de controle op de vennootschap, artalsmede de verdeling van de bevoegdheden tussen die organen;

3° het aantal en de nominale waarde van de aandelen of, indien ze zijn uitgegeven zonder vermelding van nominale waarde, hun aantal alleen, alsmede eventueel de bijzondere voorwaarden die hun overdracht beperken en, indien er verschillende soorten aandelen bestaan, dezelfde gegevens voor elk der soorten en de rechten die aan de aandelen van elke soort zijn verbonden;

4° het aantal winstbewijzen, de rechten die daaraan zijn verbonden alsmede eventueel de bijzondere voorwaarden die hun overdracht beperken en, indien er verschillende soorten winstbewijzen bestaan, dezelfde gegevens voor elk der soorten;

5° De vorm van de effecten als bedoeld in artikel 460, alsmede de bepalingen inzake omwisseling voor zover zij verschillen van die waarin de wet voorziet;

6° de nadere omschrijving van elke inbreng in natura, de naam van de inbrenger, de naam van de bedrijfsrevisor en de conclusies van zijn verslag, het aantal en de nominale waarde van de aandelen of, bij gebreke van nominale waarde, het aantal aandelen die tegen elke inbreng zijn uitgegeven alsmede, in voorkomend geval, de andere voorwaarden waarop de inbreng is gedaan;

7° de oorzaak en de omvang van de bijzondere voordelen die worden toegekend aan elke oprichter of aan ieder die rechtstreeks of zijdelings aan de oprichting van de vennootschap deelgenomen heeft;

8° het totale bedrag, althans bij benadering, van de kosten, uitgaven, vergoedingen of lasten, in welke vorm ook, die voor rekening van de vennootschap komen of worden gebracht wegens haar oprichting;

9° de instelling waarbij de in geld te storten inbreng naar het voorschrift van artikel 449 is gedeponeerd;

10° de overdrachten onder bezwarende titel gedurende de vijf voorgaande jaren van de onroerende goederen die bij de vennootschap zijn ingebracht, alsmede de bedingen waaronder deze overdrachten hebben plaatsgehad;

11° de hypothecaire lasten of pandrechten waarmee de ingebrachte goederen zijn bezwaard;

12° de voorwaarden waaronder de ingebrachte optierechten kunnen worden uitgeoefend.

In de volmachten moeten de gegevens bedoeld in artikel 69, 1°, 2°, 3°, 5°, 11°, en in het 2° van dit artikel worden opgenomen.

Art. 16.

In artikel 460 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
« Deze effecten zijn op naam of gedematerialiseerd. »;

2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid :
« Obligaties die uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of die beheerst worden door een buitenlands recht kunnen evenwel de vorm aannemen van individuele of verzameleffecten aan toonder. ».


Artikel 460 > inwerkingtreding 1/01/2014

In een naamloze vennootschap kunnen er aandelen, winstbewijzen, obligaties en warrants bestaan.
Deze effecten zijn op naam of gedematerialiseerd.

Obligaties die uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of die beheerst worden door een buitenlands recht kunnen evenwel de vorm aannemen van individuele of verzameleffecten aan toonder.

Art. 17.

Artikel 462 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« Art. 462. - De eigenaars van effecten aan toonder of gedematerialiseerde effecten kunnen te allen tijde vragen dat deze op hun kosten worden omgezet in effecten op naam. »


Artikel 462 > inwerkingtreding 23/12/2005

De eigenaars van effecten aan toonder of gedematerialiseerde effecten kunnen te allen tijde vragen dat deze op hun kosten worden omgezet in effecten op naam.

Art. 18.

In artikel 463 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd :
« De algemene vergadering van aandeelhouders kan beslissen dat het register wordt aangehouden in elektronische vorm. De Koning kan voorwaarden opleggen aan welke het elektronische register dient te voldoen. »;

2° het vroegere tweede lid, 3°, dat, het derde lid, 3°, is geworden, wordt vervangen als volgt :
« 3° de overgangen of overdrachten met hun datum en de omzetting van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen, indien de statuten het toelaten. »;

3° het vroeger derde lid, 4°, dat het vierde lid, 4°, is geworden vervangen als volgt :
« 4° de overgangen of overdrachten met hun datum en de omzetting van winstbewijzen op naam in gedematerialiseerde winstbewijzen voor zover de statuten omzetting toelaten; ».


Artikel 463 > inwerkingtreding 23/12/2005

In de zetel van de vennootschap wordt een register gehouden voor elke categorie van effecten op naam als bedoeld in artikel 460. De houders van effecten kunnen inzage nemen van het register dat op hun effecten betrekking heeft.

De algemene vergadering van aandeelhouders kan beslissen dat het register wordt aangehouden in elektronische vorm. De Koning kan voorwaarden opleggen aan welke het elektronische register dient te voldoen.

In het register van aandelen op naam wordt aangetekend :
1° nauwkeurige gegevens betreffende de persoon van elke aandeelhouder, alsmede het getal van de hem toebehorende aandelen;
2° de gedane stortingen;
3° de overgangen of overdrachten met hun datum en de omzetting van aandelen op naam in gedematerialiseerde aandelen, indien de statuten het toelaten;
4° de uitdrukkelijke vermelding van de nietigheid van effecten bedoeld in artikel 625.

In het register van de winstbewijzen op naam en van de effecten op naam die daarop rechtstreeks of onrechtstreeks recht geven, wordt aangetekend :
1° de vermelding van de aard van deze effecten;
2° de datum van hun uitgifte;
3° de voorwaarden van hun overdracht;
4° de overgangen of overdrachten met hun datum en de omzetting van winstbewijzen op naam in gedematerialiseerde winstbewijzen voor zover de statuten omzetting toelaten;

In het register van de obligaties op naam wordt aangetekend :
1° nauwkeurige gegevens betreffende de persoon van elke obligatiehouder, alsmede het getal van de hem toebehorende obligaties;
2° de overdrachten en overgangen van obligaties met hun datum en de omzetting van obligaties op naam in obligaties aan toonder of in gedematerialiseerde obligaties, voor zover de statuten omzetting toelaten.

Art. 19.

In artikel 466 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° het artikel wordt aangevuld met een zesde lid luidende :
« Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing op verzameleffecten die de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling, in afwachting van het drukken van de effecten aan toonder die ze vertegenwoordigen. Het aantal effecten aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dient bepaald of bepaalbaar te zijn. »


Artikel 466 > inwerkingtreding 23/12/2005

De effecten aan toonder worden door ten minste twee bestuurders ondertekend; de handtekeningen mogen vervangen worden door naamstempels.

Het aandeel aan toonder moet inhouden :
1° de datum van de akte van oprichting der vennootschap en die van haar bekendmaking;
2° het getal en de aard van elk soort van aandelen, alsmede de nominale waarde van de aandelen of het gedeelte van het maatschappelijk kapitaal dat zij vertegenwoordigen, en het getal van de stemmen dat verbonden is aan elke soort van aandelen;
3° de beknopte beschrijving van de inbrengen, als mede de voorwaarden waaronder zij gedaan zijn;
4°de bijzondere voordelen aan de oprichters toegekend;
5°de duur van de vennootschap;
6°de opgave van dag en uur van de jaarvergadering.

De obligatie aan toonder moet inhouden :
1° de datum van de akte van oprichting der vennootschap en die van haar bekendmaking;
2° het getal en de aard van elke soort van obligaties;
3° de duur van de vennootschap;
4° het volgnummer, de nominale waarde, de rentevoet, het tijdstip en de plaats van betaling van de rente, en de voorwaarden van aflossing;
5° het bedrag van de uitgifte waarvan zij deel uitmaken, en de bijzondere waarborgen daarvoor gesteld;
6° het bedrag nog verschuldigd op iedere vroegere uitgifte van obligaties met opgave van de gestelde waarborgen.

Op de hypothecaire obligaties aan toonder wordt de akte van hypotheekvestiging aangeduid met vermelding van de datum van de inschrijving, van de rang van de hypotheek en van de bepaling van het laatste lid van artikel 493 aangaande de vernieuwing van de inschrijving.

Het tweede lid is niet van toepassing op verzamelobligaties die de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen. Het aantal obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dient bepaald of bepaalbaar te zijn.

2° Met ingang van 1 januari 2014 worden het tweede en vierde lid opgeheven en wordt het zesde lid vervangen als volgt:
« Het tweede lid is niet van toepassing op verzamelobligaties die de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen. Het aantal obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dient bepaald of bepaalbaar te zijn. »


Artikel 466 > inwerkingtreding 1/01/2014

De effecten aan toonder worden door ten minste twee bestuurders ondertekend; de handtekeningen mogen vervangen worden door naamstempels.

De obligatie aan toonder moet inhouden :
1° de datum van de akte van oprichting der vennootschap en die van haar bekendmaking;
2° het getal en de aard van elke soort van obligaties;
3° de duur van de vennootschap;
4° het volgnummer, de nominale waarde, de rentevoet, het tijdstip en de plaats van betaling van de rente, en de voorwaarden van aflossing;
5° het bedrag van de uitgifte waarvan zij deel uitmaken, en de bijzondere waarborgen daarvoor gesteld;
6° het bedrag nog verschuldigd op iedere vroegere uitgifte van obligaties met opgave van de gestelde waarborgen.

Op de hypothecaire obligaties aan toonder wordt de akte van hypotheekvestiging aangeduid met vermelding van de datum van de inschrijving, van de rang van de hypotheek en van de bepaling van het laatste lid van artikel 493 aangaande de vernieuwing van de inschrijving.

Het tweede lid is niet van toepassing op verzamelobligaties die de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen. Het aantal obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dient bepaald of bepaalbaar te zijn.+

Art. 20.

In artikel 468 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
« Het gedematerialiseerde effect wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een vereffeningsinstelling of bij een erkende rekeninghouder. »

2° het derde lid wordt vervangen als volgt :
« De Koning wijst per categorie van effecten de vereffeningsinstellingen aan die belast worden met de aanhouding van gedematerialiseerde effecten en de vereffening van transacties op dergelijke effecten. Hij erkent de rekeninghouders in België, op individuele wijze of op algemene wijze, per categorie van instellingen, naargelang van hun bedrijvigheid. »

3° het artikel wordt aangevuld met de volgende leden :
« De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is belast met het toezicht op de naleving door de erkende rekeninghouders van de regels bepaald door of krachtens deze afdeling. Voor de uitoefening van dit toezicht, voor het opleggen van administratieve sancties en voor het treffen van andere maatregelen ten overstaan van de erkende rekeninghouders maakt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen :

1° ten aanzien van kredietinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar worden toegekend door de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;

2° ten aanzien van beleggingsondernemingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs;

3° ten aanzien van verrekenings- en vereffeningsinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.
De daarmee overeenstemmende bepalingen die de niet-naleving van voornoemde bepalingen bestraffen zijn van toepassing. ».

Art.91 van de reparatiewet

In artikel 468 van het Wetboek van vennootschappen worden de volgende wijzingingen aangebracht:

1° het vierde lid wordt aangevuld als volgt:
«of, in voorkomend geval, van de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast.»;

2° in het vijfde lid worden de woorden «of, in voorkomend geval, van de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast,» ingevoegd tussen de woorden «op naam van de vereffeningsinstelling » en de woorden «zijn ingeschreven»;

3° in het zesde lid worden de woorden «de erkende rekeninghouders» vervangen door de woorden «de in België erkende rekeninghouders».


Artikel 468 > inwerkingtreding 23/12/2005

Het gedematerialiseerde effect wordt vertegenwoordigd door een boeking op rekening, op naam van de eigenaar of de houder, bij een vereffeningsinstelling of bij een erkende rekeninghouder.

Het op rekening geboekte effect wordt overgedragen door overschrijving van rekening op rekening.

De Koning wijst per categorie van effecten de vereffeningsinstellingen aan die belast worden met de aanhouding van gedematerialiseerde effecten en de vereffening van transacties op dergelijke effecten. Hij erkent de rekeninghouders in België, op individuele wijze of op algemene wijze, per categorie van instellingen, naargelang van hun bedrijvigheid, of eventueel de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475 ter van dit Wetboek wordt toegepast.

Het aantal van de op elk ogenblik in omloop zijnde gedematerialiseerde effecten, wordt, per categorie van effecten, in het register van de effecten op naam, ingeschreven op naam van de vereffeningsinstelling, of eventueel de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475 ter van dit Wetboek wordt toegepast.

De boeking op rekening van effecten vestigt een onlichamelijk recht van mede-eigendom op de universaliteit van effecten van dezelfde categorie die op naam van de vereffeningsinstelling zijn ingeschreven in het register van effecten op naam bedoeld in het vierde lid.

De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen is belast met het toezicht op de naleving door de erkende rekeninghouders in België van de regels bepaald door of krachtens deze afdeling. Voor de uitoefening van dit toezicht, voor het opleggen van administratieve sancties en voor het treffen van andere maatregelen ten overstaan van de erkende rekeninghouders maakt de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen :
1° ten aanzien van kredietinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar worden toegekend door de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;
2° ten aanzien van beleggingsondernemingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs;
3° ten aanzien van verrekenings- en vereffeningsinstellingen gebruik van de bevoegdheden die haar werden toegekend door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

De daarmee overeenstemmende bepalingen die de niet-naleving van voornoemde bepalingen bestraffen zijn van toepassing.

Artikel 9 van de wet houdende diverse bepalingen van 21 december 2007


Artikel 469

De erkende rekeninghouders houden de gedematerialiseerde effecten, die zij houden voor rekening van derden en voor eigen rekening, bij op rekeningen bij de vereffeningsinstelling, bij één of meerdere instellingen die voor hen rechtstreeks of onrechtstreeks als tussenpersoon ten opzichte van die vereffeningsinstelling optreden, of tegelijk bij de vereffeningsinstelling en één of meerdere voornoemde instellingen.
In voorkomend geval houden de erkende rekeninghouders de gedematerialiseerde effecten, die zij houden voor rekening van derden en voor eigen rekening, bij op rekeningen bij de erkende rekeninghouder waarvan sprake in artikel 475ter, bij één of meerdere instellingen die voor hen rechtstreeks of onrechtstreeks als tussenpersoon ten opzichte van die in artikel 475ter bedoelde erkende rekeninghouder optreden, of tegelijk bij de erkende rekeninghouder waarvan sprake in artikel 475ter en één of meerdere voornoemde instellingen.

Art. 93 van de reparatiewet
Artikel 472, eerste lid, van hetzelfde Wetboek: wordt aangevuld als volgt:
«of, in voorkomend geval, bij de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast.


Artikel 472
Derdenbeslag is niet toegelaten op de rekeningen van gedematerialiseerde effecten geopend op naam van een erkende rekeninghouder bij de vereffeningsinstelling of, in voorkomend geval, bij de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast.

Onverminderd de toepassing van artikel 471 mogen de schuldeisers van de eigenaar van de effecten, in geval van faillissement van de eigenaar of in alle andere gevallen van samenloop, hun rechten laten gelden op het beschikbaar saldo van de effecten dat op naam en voor rekening van hun schuldenaar is ingeschreven, na aftrek of optelling van de effecten die, ingevolge voorwaardelijke verbintenissen, verbintenissen waarvan het bedrag onzeker is of verbintenissen op termijn, in voorkomend geval, op de dag van het faillissement of het ontstaan van de samenloop, geboekt waren op een afzonderlijk deel van de effectenrekening, en waarvan de samenvoeging met het beschikbaar saldo uitgesteld is tot aan de vervulling van de voorwaarde, de vaststelling van het bedrag of het vervallen van de termijn.


Art. 94 van de reparatiewet

In artikel 473 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden «of, in voorkomend geval, aan de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast,» ingevoegd tussen de woorden «aan de vereffeningsinstelling » en de woorden «is bevrijdend»;

2° in het tweede lid worden de woorden «of, in voorkomend geval, de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast,» ingevoegd tussen de woorden «De vereffeningsinstelling» en de woorden «stort deze dividenden»;

3° het tweede lid wordt aangevuld als volgt:
«of, in voorkomend geval, voor de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast.


Artikel 473

De betaling van vervallen dividenden, interesten en kapitalen van gedematerialiseerde effecten, aan de vereffeningsinstelling of, in voorkomend geval, aan de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast, is bevrijdend voor de uitgever.

De vereffeningsinstelling of, in voorkomend geval, de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast, stort deze dividenden, interesten en kapitalen door aan de erkende rekeninghouders, overeenkomstig de bedragen aan gedematerialiseerde effecten die op de vervaldag geboekt staan op hun naam. Deze betalingen zijn bevrijdend voor de vereffeningsinstelling of, in voorkomend geval, voor de erkende rekeninghouder wanneer artikel 475ter van dit Wetboek wordt toegepast.

Art. 21.

In fine van boek VIII, titel III, hoofdstuk II, afdeling III van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 475bis ingevoegd, luidend :
« Art. 475bis. - De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de gedematerialiseerde effecten waarvan sprake in deze afdeling. ».


Artikel 475 bis > inwerkingtreding 23/12/2005

De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de gedematerialiseerde effecten waarvan sprake in deze afdeling.

Art. 22.

In dezelfde afdeling van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 475ter ingevoegd, luidend :

« Art. 475ter. - Tenzij voor effecten genoteerd op een gereglementeerde markt, gelden de bepalingen van deze afdeling voor gedematerialiseerde effecten, mits de titularis van een effectenrekening daarmee heeft ingestemd, ook zonder dat de rekeninghouder deze effecten moet storten bij de vereffeningsinstelling.

De rekeninghouder schrijft de op elk ogenblik in omloop zijnde gedematerialiseerde effecten, per uitgifte van effecten, in op zijn naam in het register van de effecten op naam.

De gehele omloop van een uitgifte van gedematerialiseerde effecten van een emittent kan slechts op naam van één rekeninghouder in het register van de effecten op naam worden ingeschreven.

De boeking op rekening van effecten vestigt in dat geval een onlichamelijk recht van mede-eigendom op de universaliteit van effecten van dezelfde uitgifte die op naam van de rekeninghouder zijn ingeschreven in het register van effecten op naam. »

Art. 95 van de reparatiewet

Artikel 475ter, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt:
«Behalve voor effecten die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, gelden de bepalingen van deze Afdeling tevens voor effecten ingeschreven op een rekening bij een erkende rekeninghouder die door die rekeninghouder niet worden bijgehouden bij een vereffeningsinstelling of bij een onderneming die ten opzichte van die instelling als tussenpersoon optreedt.».


Artikel 475ter > inwerkingtreding 23/12/2005

Behalve voor effecten die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, gelden de bepalingen van deze Afdeling tevens voor effecten ingeschreven op een rekening bij een erkende rekeninghouder die door die rekeninghouder niet worden bijgehouden bij een vereffeningsinstelling of bij een onderneming die ten opzichte van die instelling als tussenpersoon optreedt.

De rekeninghouder schrijft de op elk ogenblik in omloop zijnde gedematerialiseerde effecten, per uitgifte van effecten, in op zijn naam in het register van de effecten op naam.

De gehele omloop van een uitgifte van gedematerialiseerde effecten van een emittent kan slechts op naam van één rekeninghouder in het register van de effecten op naam worden ingeschreven.

De boeking op rekening van effecten vestigt in dat geval een onlichamelijk recht van mede-eigendom op de universaliteit van effecten van dezelfde uitgifte die op naam van de rekeninghouder zijn ingeschreven in het register van effecten op naam.

Art. 23.

In artikel 478 van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° § 1 wordt aangevuld als volgt :
« De verzamelaandelen die, in afwachting van het drukken van de aandelen aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de aandelen aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen. »;


Artikel 478 > inwerkingtreding 23/12/2005

§ 1. De vennootschap mag een of meer verzamelaandelen aan toonder, die aandelen aan toonder met achtereenvolgende nummers vertegenwoordigen, creëren, hetzij op eigen initiatief op het ogenblik van de uitgifte, hetzij later, op verzoek en op kosten van de houder bij wege van omruiling van bestaande aandelen aan toonder.
Elke andere ruil of hergroepering van aandelen geschiedt tegen de voorwaarden en op de wijze vastgesteld door de statuten, onverminderd artikel 462.
De aandelen aan toonder en de verzamelaandelen die aandelen aan toonder vertegenwoordigen, zijn van een volgnummer voorzien.
[De verzamelaandelen die, in afwachting van het drukken van de aandelen aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de aandelen aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen.]

§ 2. De aandelen aan toonder kunnen worden gesplitst in onderaandelen die, in voldoende aantal verenigd, dezelfde rechten geven als het enkelvoudige aandeel, behoudens het bepaalde in artikel 560.

2° in § 1 worden het eerste tot het derde lid opgeheven;

3° in § 2 vervallen de woorden « aan toonder ».


Artikel 478 > inwerkingtreding 01/01/2014

§1. De verzamelaandelen die, in afwachting van het drukken van de aandelen aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de aandelen aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen.

§ 2. De aandelen kunnen worden gesplitst in onderaandelen die, in voldoende aantal verenigd, dezelfde rechten geven als het enkelvoudige aandeel, behoudens het bepaalde in artikel 560.

Art. 24.

Artikel 486 van hetzelfde Wetboek, wordt aangevuld met het volgende lid :
« De verzamelobligaties die, in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen. »


Artikel 486 > inwerkingtreding 23/12/2005

De vennootschap mag één of meer verzamelobligaties aan toonder, die obligaties aan toonder met achtereenvolgende nummers vertegenwoordigen, creëren, hetzij op eigen initiatief op het ogenblik van de uitgifte, hetzij later, op verzoek en op kosten van de houder bij wege van omruiling van bestaande obligaties aan toonder.

Elke andere ruil of hergroepering van obligaties geschiedt onder de voorwaarden en op de wijze vastgesteld door de statuten, onverminderd artikel 462.

De obligaties aan toonder en de verzamelobligaties die obligaties aan toonder vertegenwoordigen, zijn van een volgnummer voorzien.

De verzamelobligaties die, in afwachting van het drukken van de obligaties aan toonder die ze vertegenwoordigen, de vorm aannemen van globale certificaten, neergelegd bij een vereffeningsinstelling dienen geen volgnummer te dragen en de nummers van de obligaties aan toonder vertegenwoordigd door deze certificaten dienen elkaar niet op te volgen.

Art. 25.

In artikel 503, § 1, van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° de tweede zin van het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het kan hierbij gaan om certificaten op naam of om gedematerialiseerde certificaten. »;
2° de derde zin van het eerste lid vervalt;
3° in de derde zin van het derde lid worden de woorden « effecten aan toonder » vervangen door de woorden « gedematerialiseerde effecten ».


Artikel 503 > inwerkingtreding 01/01/2014

§ 1. Certificaten die betrekking hebben op aandelen, winstbewijzen, converteerbare obligaties of warrants kunnen, al of niet met medewerking van de vennootschap, worden uitgegeven door een rechtspersoon die in het bezit blijft of het bezit verkrijgt van de effecten waarop de certificaten betrekking hebben en zich ertoe verbindt de opbrengst van of de inkomsten uit die effecten voor te behouden aan de houder van de certificaten. Het kan hierbij gaan om certificaten op naam of om gedematerialiseerde certificaten.

De emittent van de certificaten oefent alle rechten uit die verbonden zijn aan de effecten waarop zij betrekking hebben, daaronder begrepen het stemrecht.

De emittent van certificaten die betrekking hebben op effecten op naam moet zich aan de vennootschap die de gecertificeerde effecten heeft uitgegeven in die hoedanigheid bekendmaken. Deze vennootschap neemt die vermelding op in het betrokken register. De emittent van certificaten die betrekking hebben op gedematerialiseerde effecten moet aan de vennootschap die de gecertificeerde effecten heeft uitgegeven zijn hoedanigheid van emittent bekendmaken, alvorens zijn stemrecht uit te oefenen.

Behoudens andersluidende bepaling stelt de emittent van certificaten die betrekking hebben op aandelen of winstbewijzen onmiddellijk en na aftrek van eventuele kosten, aan de houder van certificaten de dividenden betaalbaar, de eventuele opbrengst van de warrant en het overschot na vereffening die eventueel door de vennootschap worden uitgekeerd, alsook alle bedragen die voortkomen uit de vermindering of de aflossing van het kapitaal.

Behoudens andersluidende bepaling kan de emittent van certificaten de effecten waarop de certificaten betrekking hebben, niet overdragen. Geen enkele overdracht van effecten waarop certificaten betrekking hebben, is evenwel toegestaan indien de emittent een openbaar beroep op het spaarwezen heeft gedaan.

Behoudens andersluidende bepaling kunnen de certificaten worden omgewisseld tegen de aandelen, winstbewijzen, obligaties of warrants waarop zij betrekking hebben. Bedingen betreffende de niet-omwisselbaarheid kunnen beperkt zijn tot een bepaalde tijd. Niettegenstaande enige andersluidende bepaling kan de houder van certificaten op ieder tijdstip de omwisseling verkrijgen indien de emittent zijn verplichtingen jegens hem niet nakomt of zijn belangen op ernstige wijze worden verwaarloosd.

§ 2. Bij faillissement van de emittent van certificaten of in enig ander geval van samenloop worden de certificaten, niettegenstaande enige andersluidende bepaling, van rechtswege omgewisseld en oefenen de houders van certificaten gezamenlijk hun recht tot terugvordering uit op de algemeenheid van de gecertificeerde effecten van dezelfde categorie uitgegeven door dezelfde vennootschap, die zich in het bezit van de betrokken emittent van certificaten bevinden.

Indien die algemeenheid in het geval bedoeld in het vorige lid niet toereikend is om de volledige teruggave van de effecten te waarborgen, wordt zij onder de houders van certificaten verdeeld naar verhouding van hun rechten.

Art. 26.

In artikel 504, van hetzelfde Wetboek worden volgende wijzigingen aangebracht :

1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
« De overdracht van effecten op naam geschiedt door een verklaring van overdracht, ingeschreven in het register van de betrokken effecten en gedagtekend en ondertekend door de overdrager en de overnemer of door hun gevolmachtigden.

Indien het register in elektronische vorm wordt aangehouden, kan de verklaring van overdracht een elektronische vorm aannemen en ondertekend worden met een geavanceerde elektronische handtekening, afgeleverd op basis van een gekwalificeerd certificaat dat de identiteit van de overdrager en de overnemer vaststelt en is opgemaakt voor het veilig aanmaken van een elektronische handtekening, overeenkomstig de terzake geldende wetgeving.

Het staat de vennootschap vrij een overdracht te erkennen en in het register in te schrijven, waarvan zij het bewijs vindt in de brieven of andere bescheiden waaruit de toestemming van de overdrager en van de overnemer blijkt. »


Artikel 504 > inwerkingtreding 23/12/2005
De overdracht van effecten op naam geschiedt door een verklaring van overdracht, ingeschreven in het register van de betrokken effecten en gedagtekend en ondertekend door de overdrager en de overnemer of door hun gevolmachtigden.

Indien het register in elektronische vorm wordt aangehouden, kan de verklaring van overdracht een elektronische vorm aannemen en ondertekend worden met een geavanceerde elektronische handtekening, afgeleverd op basis van een gekwalificeerd certificaat dat de identiteit van de overdrager en de overnemer vaststelt en is opgemaakt voor het veilig aanmaken van een elektronische handtekening, overeenkomstig de terzake geldende wetgeving.

Het staat de vennootschap vrij een overdracht te erkennen en in het register in te schrijven, waarvan zij het bewijs vindt in de brieven of andere bescheiden waaruit de toestemming van de overdrager en van de overnemer blijkt.

De overdracht van effecten aan toonder geschiedt door de enkele overgave van het effect.

2° het tweede lid wordt opgeheven.


Artikel 504 > inwerkingtreding 01/01/2014

De overdracht van effecten op naam geschiedt door een verklaring van overdracht, ingeschreven in het register van de betrokken effecten en gedagtekend en ondertekend door de overdrager en de overnemer of door hun gevolmachtigden.

Indien het register in elektronische vorm wordt aangehouden, kan de verklaring van overdracht een elektronische vorm aannemen en ondertekend worden met een geavanceerde elektronische handtekening, afgeleverd op basis van een gekwalificeerd certificaat dat de identiteit van de overdrager en de overnemer vaststelt en is opgemaakt voor het veilig aanmaken van een elektronische handtekening, overeenkomstig de terzake geldende wetgeving.

Het staat de vennootschap vrij een overdracht te erkennen en in het register in te schrijven, waarvan zij het bewijs vindt in de brieven of andere bescheiden waaruit de toestemming van de overdrager en van de overnemer blijkt.

Art. 27.

In artikel 508, eerste lid, van hetzelfde Wetboek vervallen de derde en vierde zin.


Artikel 508 > inwerkingtreding 01/01/2014

De winstbewijzen, alsook alle effecten die daarop rechtstreeks of onrechtstreeks recht verlenen, kunnen niet eerder verhandeld worden dan tien dagen na de neerlegging van de tweede jaarrekening na hun uitgifte. Totdat die termijn verstreken is, kunnen zij alleen worden overgedragen bij authentieke akte of bij onderhands geschrift, betekend aan de vennootschap binnen één maand na de overdracht, een en ander op straffe van nietigheid.
Alleen de koper kan de nietigverklaring vorderen.

Art. 28.

Artikel 510, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt :
« De statuten, de authentieke akten betreffende de uitgifte van converteerbare obligaties of van warrants en alle andere overeenkomsten kunnen perken stellen aan de overdraagbaarheid, onder de levenden of bij overlijden, van aandelen op naam of gedematerialiseerde aandelen, van warrants of van alle andere effecten die recht geven op de verkrijging van aandelen, daaronder begrepen de converteerbare obligaties, de obligaties met voorkeurrecht of de in aandelen terugbetaalbare obligaties. »


Artikel 510 > inwerkingtreding 01/01/2014

De statuten, de authentieke akten betreffende de uitgifte van converteerbare obligaties of van warrants en alle andere overeenkomsten kunnen perken stellen aan de overdraagbaarheid, onder de levenden of bij overlijden, van aandelen op naam of gedematerialiseerde aandelen, van warrants of van alle andere effecten die recht geven op de verkrijging van aandelen, daaronder begrepen de converteerbare obligaties, de obligaties met voorkeurrecht of de in aandelen terugbetaalbare obligaties.

Onvervreemdbaarheidsclausules moeten in de tijd beperkt zijn en steeds verantwoord zijn op grond van het belang van de vennootschap.

Wanneer de beperking evenwel voortvloeit uit een goedkeuringsclausule of uit een clausule die in een voorkooprecht voorziet, mag de toepassing van die clausules niet tot gevolg hebben dat de onoverdraagbaarheid verlengd wordt met meer dan zes maanden te rekenen van de datum van het verzoek om goedkeuring of van de uitnodiging om het recht van voorkoop uit te oefenen.

Wanneer de in het derde lid bedoelde clausules voorzien in een termijn van meer dan zes maanden, wordt deze van rechtswege ingekort tot zes maanden.

Art. 29.

In artikel 513 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1° in § 1, tweede lid, wordt de tweede zin opgeheven;
2° in § 2, tweede lid, wordt de tweede zin vervangen als volgt :
« De gedematerialiseerde effecten waarvan de eigenaar te kennen heeft gegeven dat hij er geen afstand van wenst te doen, worden van rechtswege omgezet in effecten op naam en worden door de emittent ingeschreven in het register van de effecten op naam. »
3° in § 2 wordt het derde lid opgeheven.


Artikel 513 > inwerkingtreding 01/01/2014

§ 1. Iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, 95 % van de stemrechtverlenende effecten van een naamloze vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, bezit, kan door middel van een uitkoopbod het geheel van de stemrechtverlenende effecten van deze vennootschap verkrijgen.

Na afloop van de procedure worden de niet-aangeboden effecten, ongeacht of de eigenaar ervan zich kenbaar heeft gemaakt, geacht van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met consignatie van de prijs.
Na afloop van het uitkoopbod, wordt de vennootschap niet langer beschouwd als een vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, tenzij de door die vennootschap uitgegeven obligaties nog onder het publiek verspreid zijn.

§ 2. Iedere natuurlijke persoon of iedere rechtspersoon die, alleen of in onderling overleg handelend, 95 % van de stemrechtverlenende effecten van een naamloze vennootschap die geen publiek beroep op het spaarwezen doet of heeft gedaan, bezit, kan een uitkoopbod doen om het geheel van de stemrechtverlenende effecten van deze vennootschap te verkrijgen.

Met uitzondering van de effecten waarvan de eigenaar uitdrukkelijk en schriftelijk te kennen heeft gegeven dat hij geen afstand ervan wenst te doen, worden de niet-aangeboden effecten na afloop van de procedure geacht van rechtswege op die persoon te zijn overgegaan met consignatie van de prijs. De gedematerialiseerde effecten waarvan de eigenaar te kennen heeft gegeven dat hij er geen afstand van wenst te doen, worden van rechtswege omgezet in effecten op naam en worden door de emittent ingeschreven in het register van de effecten op naam.

Het in het eerste lid van deze paragraaf bedoelde bod is niet onderworpen aan titel II van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten, noch aan Hoofdstuk II van de wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen, noch aan artikel 4 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.

§ 3. De Koning kan het uitkoopbod reglementeren, en inzonderheid de te volgen procedure en de wijze van vaststelling van de prijs van het uitkoopbod bepalen. Daarbij draagt Hij zorg voor de informatieverstrekking aan en de gelijke behandeling van de effectenhouders.

§ 4. Het uittreksel uit de in kracht van gewijsde gegane of bij voorraad uitvoerbare rechterlijke beslissing waarbij de voorwaarden van een gedwongen verkoop worden vastgesteld, wordt neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 75.

Art. 30.

In artikel 536, tweede lid, van hetzelfde Wetboek vervallen de woord

 

[top]

Hoofdstuk IV : Diverse wijzigingen

Art. 33. : inwerkingtreding 23 december 2005

§ 1. In het gecoördineerd koninklijk besluit nr. 62 wordt artikel 2, eerste lid, vervangen door de volgende bepaling :

« De Nationale Bank van België, de centrale depositaris en zijn aangesloten leden mogen onder het voordeel van de bepalingen van huidig besluit alle financiële instrumenten bedoeld in artikel 2, 1°, van voornoemde wet van 2 augustus 2002 in deposito ontvangen, ongeacht of het gaat om gematerialiseerde of gedematerialiseerde effecten, effecten aan toonder, aan order of op naam, naar Belgisch of naar buitenlands recht, welke ook de vorm weze waaronder deze effecten volgens de op hen toepasbare wet worden uitgegeven. »

Art. 34. : inwerkingtreding 23 december 2005

Hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een artikel 19, luidende :

« Art. 19. - De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de financiële instrumenten die onder het stelsel van dit besluit worden aangehouden. »

Art. 35. : inwerkingtreding te bepalen door de Koning

Artikel 1 van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1998, wordt vervangen als volgt :

« Art. 1. - De staatsschuld, de schuld van gemeenschappen, gewesten, provincies, gemeenten, andere openbare lichamen, openbare instellingen, instellingen van openbaar nut en van de Nationale Bank van België alsook van andere personen die de Koning voor de toepassing van deze wet gelijkstelt met bovenvermelde personen van de openbare sector, is belichaamd in :

1° op naam gestelde inschrijvingen op een grootboek van de schuld van de emittent;
2° gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt;
3° individuele of verzameleffecten aan toonder, voor zover zij uitsluitend in het buitenland worden uitgegeven of beheerst worden door een buitenlands recht.

Het uitgiftebesluit of de leningsovereenkomst bepaalt de vorm of vormen van de effecten waarin de schuld is belichaamd.

Indien het uitgiftebesluit of de leningsovereenkomst inzonderheid de vorm voorziet van gedematerialiseerde effecten, mogen de effecten van de lening slechts in die vorm op rekening geboekt worden en overgeschreven worden van rekening naar rekening. ».

Art. 36. : inwerkingtreding 23 december 2005

In titel I, hoofdstuk I, van dezelfde wet wordt een artikel 13bis, ingevoegd, luidende :
« De artikelen 2279 en 2280 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op de gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld. ».

Art. 37. : inwerkingtreding te bepalen door de Koning

Onverminderd de bepalingen van deze wet, behouden de effecten aan toonder van overheidsschuld, die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel in omloop zijn, ten volle hun waarde en rechtsgeldigheid.

Art. 38. : inwerkingtreding 23 december 2005

Artikel 1 § 1, derde lid, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, gewijzigd bij de wet van 4 april 1995, wordt vervangen als volgt :

« De thesauriebewijzen en depositobewijzen belichamen een schuldvordering. Zij worden gecreëerd voor een bepaalde duur en hebben de vorm van effecten op naam of van gedematerialiseerde effecten, die uitsluitend op rekening zijn geboekt. ».

Art. 39. : inwerkingtreding 23 december 2005

In artikel 7, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1995, worden de woorden « artikel 12, tweede lid » vervangen door de woorden « artikel 13bis ».

Art. 40. : inwerkingtreding 23 december 2005

Artikel 7 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België wordt aangevuld met het volgende lid :

« Artikel 8 van de wet van 15 december 2004 betreffende de financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten is van toepassing op de schuldvorderingen die de bank in pand neemt ter dekking van haar kredietoperaties. ».

Art. 41. : inwerkingtreding 23 december 2005

In de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels worden de artikelen 19 en 35 opgeheven.

Art. 42. : inwerkingtreding 23 december 2005

Artikel 8, § 3, van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen wordt vervangen als volgt :

« § 3. Een zekerheid in de zin van dit artikel is ieder pand, cessie-retrocessieoperatie, eigendomsoverdracht tot zekerheid of elke analoge waarborg of ieder bijzonder voorrecht op alle realiseerbare activa (met inbegrip van geld en schuldvorderingen), beheerst door het Belgisch of een buitenlands recht, ten gunste van deelnemers of gesloten ten gunste van een centrale bank van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Centrale Bank voor hun centrale-bankoperaties met een tegenpartij. »

Art. 96 van de reparatiewet

§ 1. In afwijking van artikel 558 van het Wetboek van vennootschappen, en niettegenstaande iedere tegengestelde bepaling van de statuten, kunnen de vennootschappen tussen de inwerkingtreding van onderhavige bepaling en 31 décember 2013 in het kader van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder bij beslissing van hun bestuursorgaan genomen onder de vorm van een authentieke akte:

1° in hun statuten voorzien dat de effecten die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en op een effectenrekening zijn ingeschreven in gedematerialiseerde vorm bestaan;

2° overgaan tot de invoeging in hun statuten van de mogelijkheid gedematerialiseerde effecten uit te geven en de effecten aan toonder van de vennootschap om te zetten in gedematerialiseerde effecten;

3° in hun statuten de nodige regels voorzien om de rechthebbenden van gedematerialiseerde effecten toe te laten deel te nemen aan de algemene vergadering, zonder dat deze regels striktere voorwaarden mogen voorzien dan deze opgelegd aan degenen die hun effecten onder andere vormen aanhouden.

De artikelen 74 en 75 van het Wetboek van vennootschappen zijn van toepassing op deze akte.

§ 2. De wijzigingen aangebracht aan de statuten overeenkomstig de eerste paragraaf van onderhavig artikel worden van rechtswege, ter informatie, ingeschreven op de agenda van de eerste algemene vergadering volgend op de registratie van de akte. Ze worden tevens vermeld in het eerste jaarverslag volgend op de registratie.


Deze bepaling strekt ertoe de procedure te versoepelen ter wijziging van de statuten van de vennootschappen die noodzakelijk geworden is voor de toepassing van de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder

Ze vertrouwt aan het bestuursorgaan van de vennootschap de bevoegheid toe de statuten van de vennootschap te wijzigen door middel van het verlijden van een authentieke akte. Deze bevoegdheid is beperkt op een dubbel niveau
Enerzijds is de bevoegdheid strikt beperkt tot de wijzigingen die uitdrukkelijk beschreven zijn in het artikel, met name (i) voorzien in de statuten dat de effecten die worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en op een effectenrekening zijn ingeschreven in gedematerialiseerde vorm bestaan,
(ii) overgaan tot de invoeging in de statuten van de mogelijkheid gedematerialiseerde effecten uit te geven en de effecten aan toonder van de vennootschap om te zetten in gedematerialiseerde effecten,
(iii) in de statuten de nodige regels invoegen om de rechthebbenden van gedematerialiseerde effecten toe te laten deel te nemen aan de algemene vergadering, zonder dat deze regels striktere voorwaarden mogen voorzien dan deze opgelegd aan degenen die hun effecten onder andere vormen aanhouden.

Dat impliceert met name dat het bestuursorgaan niet gerechtigd is de verwijzing naar effecten aan toonder in de statuten te schrappen, noch de omzetting te regelen van effecten aan toonder overeenkomstig andere modaliteiten dan deze die uitdrukkelijk door de wet zijn voorzien.

Anderzijds is de bevoegdheid beperkt in de tijd en zal ze slechts kunnen uitgeoefend worden tot 31 december 2013.

 

[top]

Hoofdstuk V : Inwerkingtreding

Art. 43

De artikelen 1 tot 15, 17, 18, 1°, 19, 1°, 20 tot 22, 23, 1°, 24, 26, 1°, 32, 33, 34, § 2, 36, 39 tot 42, treden in werking de dag waarop deze wet in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De artikelen 16, 18, 2° en 3°, 19, 2°, 23, 2° en 3°, 25, 26, 2°, 27 tot 31, en 38, treden in werking op 1 januari 2014.

De artikelen 35 en 37 treden in werking op een door de Koning te bepalen datum.

 

[top]

Wet houdende diverse bepalingen 28 december (BS 30 december 2011) - Vergoeding conversie

Art. 61. Titel IV van boek II van hetzelfde Wetboek, opgeheven bij de wet van 19 juni 1959 en vernummerd bij de wet van 19 december 2006, wordt hersteld met als opschrift : ″Taks op de effecten aan toonder″ en omvat de artikelen 167 tot 173.

Art. 62. In titel IV, hersteld bij artikel 62, wordt een artikel 167 ingevoegd, luidende : ″Art. 167. Er wordt een taks gevestigd op de omzetting van effecten aan toonder in gedematerialiseerde effecten of in effecten op naam overeenkomstig de wet van 14 december 2005 houdende de afschaffing van de effecten aan toonder, met uitzondering van de effecten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°, van de voormelde wet van 14 december 2005, die op vervaldag komen vóór 1 januari 2014.″.

Art. 63. In dezelfde titel wordt een artikel 168 ingevoegd, luidende : ″Art. 168. Het tarief van de taks wordt vastgesteld op : — 1 pct. voor de omzetting gerealiseerd in de loop van het jaar 2012; —2pct.voordeomzettinggerealiseerdindeloopvanhetjaar2013.″.

Art. 64. In dezelfde titel wordt een artikel 169 ingevoegd, luidende :

″Art. 169. De vorderbare taks wordt berekend op de datum van neerlegging : a) voor de roerende waarden opgenomen in de gereglementeerde markt of in een multilaterale handelsfaciliteit, volgens de laatste koers vastgesteld voor de datum van neerlegging; b) voor de effecten van schuldvorderingen die niet zijn toegelaten tot een gereglementeerde markt, op het nominale bedrag van het kapitaal van de schuldvordering; c) voor de rechten van deelneming in beleggingsinstellingen met een veranderlijk aantal rechten, volgens de laatst berekende inventariswaarde vóór de datum van neerlegging; d) in alle andere gevallen, op de boekwaarde van de effecten, de interesten daarin niet begrepen, te ramen op de dag van de neerlegging, door degene die de omzetting heeft bewerkt. Wanneer de waarde van de om te zetten effecten uitgedrukt wordt in vreemde munt, wordt zij omgezet in euro op basis van de verkoopkoers op de datum van neerlegging.″.

Art. 65. In dezelfde titel wordt een artikel 170 ingevoegd, luidende :

″Art. 170. De taks wordt betaald : 1° door de tussenpersonen van beroep wanneer de titels aan toonder zijn ingeschreven op een effectenrekening ten gevolge van een neerlegging door de houder; 2° door de uitgevende vennootschappen wanneer de titels zijn neergelegd met het oog op een omzetting in effecten op naam.″. Art. 66. In dezelfde titel wordt een artikel 171 ingevoegd, luidende :

″Art.171.§1.Detaksisbetaalbaaruiterlijkdelaatstewerkdagvande maand die volgt op deze waarop de neerlegging plaatsvindt. De taks wordt betaald door storting of overschrijving op de postrekening van het bevoegde kantoor. Op de dag van de betaling wordt door de belastingschuldige op dat kantoor een opgave ingediend die de maatstaf van heffing opgeeft alsmede alle elementen noodzakelijk ter bepaling ervan. § 2. Wanneer de taks niet binnen de in § 1 bepaalde termijn werd betaald, is de interest van rechtswege verschuldigd te rekenen van de dag waarop de betaling had moeten geschieden. Wanneer de opgave niet binnen de bepaalde termijn werd ingediend, wordt een boete verbeurd van 12,50 euro per week vertraging. Iedere begonnen week wordt voor een gehele week aangerekend. Iedere onjuistheid of onvolledigheid in de opgave bedoeld in § 1, wordt gestraft met een boete gelijk aan vijfmaal de ontdoken taks zonder dat ze minder dan 250 euro kan bedragen. § 3. De elementen die in de in § 1 bedoelde opgave moeten meegedeeld worden, elk stuk waarvan het overleggen nodig is voor de controle van de heffing van de taks evenals het bevoegde kantoor worden door de Koning bepaald.″.

Art. 67. In dezelfde titel wordt een artikel 172 ingevoegd, luidende :

″Art. 172. Op straf van een boete van 250 euro tot 2.500 euro, zijn de tussenpersonen en de uitgevende vennootschappen gehouden op elke vordering der aangestelden van de administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen die ten minste de graad van adjunct-verificateur hebben, zonder verplaatsing inzage te verlenen, van hun boeken, contracten en van alle andere bescheiden in verband met de verrichtingen die over openbare fondsen gaan.″.

Art. 68. In dezelfde titel wordt een artikel 173 ingevoegd, luidende :

″Art. 173. De taks wordt terugbetaald : 1° wanneer de betaalde taks meer bedraagt dan de belasting die naar aanleiding van de omzetting opvorderbaar was; 2° wanneer de intrekking, de wijziging of de verbetering van de beurskoersen de nietigverklaring of de wijziging van de belastbare basis heeft teweeggebracht waarop de taks oorspronkelijk werd gekweten. De Koning bepaalt de wijze en de voorwaarden voor de terugbetaling. Er wordt geen gevolg gegeven aan de verzoeken tot terugbetaling van minder dan 5 euro per aangifte.″.

Art. 69. De artikelen 58 tot 60 zijn van toepassing op de beursverrichtingen die vanaf 1 januari 2012 worden gedaan. De artikelen 61 tot 68 treden in werking op 1 januari 2012.

 

[top]

Wet op de ongewilde buitenbezitstelling van de titels aan toonder

Bescherming van de houders van ontvreemde, verloren, vernielde of vervalste titels
W 24 juli 1921, BS 10 augustus 1921
Download

Tips

Raadpleeg steeds onze FAQ voor een snel antwoord !

Schrijf u nu in op onze newsletter en u hoort nog van ons !

DMAT TASK FORCE

Er is een werk- en studiegroep opgericht die alle betrokken spelers wil sensibiliseren voor de verschillende aspecten van de dematerialisering.

Wat is zijn doelstelling?

Wie maakt deel uit van deze groep?